• Accueil
  • > Archives pour le Jeudi 26 août 2021

Jeudi de la vingt-et-unième semaine du temps ordinaire

Posté par diaconos le 26 août 2021

Tenez-vous prêts

 Tenez-vous prêts, vous aussi ! - Diocèse de Cayenne

# Les dix vierges, ou les Vierges folles et Vierges sages, est une parabole de l’Évangile selon Matthieu. Elle appartient au Sondergut de cet évangile. Elle met en image l’appel de Jésus-Christ à suivre les principes de la fidélité à sa parole, à la miséricorde et à la charité pour gagner, après la mort, le Royaume de Dieu plutôt que la perdition en enfer. L’huile représente la miséricorde (en grec, le mot « huile » et le mot « miséricorde » sont homophones).

Dans sa 12e homélie, Jean Chrysostome explique que les vierges sont qualifiées de « folles » car elles ont vaincu un ennemi puissant qui est l’amour charnel mais n’ont pas réussi à vaincre un ennemi plus faible qui est le manque de miséricorde. Grégoire le Grand ajoute que les vases représentent nos cœurs, et l’huile l’éclat intérieur de la gloire, c’est-à-dire les vertus. Pour Grégoire le Grand, les vierges sont le symbole de l’Église vivante qui regroupe les sages comme ceux qui le sont moins.

Dans son homélie 78, Jean Chrysostome rapprocha ce passage biblique à la parabole des talents que l’on retrouve au chapitre 15 de l’Évangile selon Jean : « Il faut porter du fruit… et mon Père (le vigneron) sera glorifié. » Plusieurs cathédrales gothiques comprennent des représentations de la parabole sous forme de sculptures. À Amiens comme à Paris, la statue du Christ, sur le trumeau du portail central, est encadrée, de chaque côté de la porte, par les cinq Vierges sages à la droite du Christ et les cinq Vierges folles à sa gauche. Les Vierges sages ont une attitude posée et portent des coupes droites ; les Vierges folles ont un air négligé et leurs coupes sont renversées.

De l’évangile selon Matthieu

42 Veillez donc, car vous ne savez pas quel jour votre Seigneur vient. 43 Comprenez-le bien : si le maître de maison avait su à quelle heure de la nuit le voleur viendrait, il aurait veillé et n’aurait pas laissé percer le mur de sa maison. 44 Tenez-vous donc prêts, vous aussi : c’est à l’heure où vous n’y penserez pas que le Fils de l’homme viendra. 45 Que dire du serviteur fidèle et sensé à qui le maître a confié la charge des gens de sa maison, pour leur donner la nourriture en temps voulu ? 46 Heureux ce serviteur que son maître, en arrivant, trouvera en train d’agir ainsi !

47 Amen, je vous le déclare : il l’établira sur tous ses biens. 48 Mais si ce mauvais serviteur se dit en lui-même : “Mon maître tarde”, 49 et s’il se met à frapper ses compagnons, s’il mange et boit avec les ivrognes, 50 alors quand le maître viendra, le jour où son serviteur ne s’y attend pas et à l’heure qu’il ne connaît pas, 51 il l’écartera et lui fera partager le sort des hypocrites ; là, il y aura des pleurs et des grincements de dents. » (Mt 24, 42-51)

Ne vous endormez pas _

« Veillez donc, parce que vous ne savez pas quel jour votre Seigneur vient. » (Mt 24-42) : telle fut la  conséquence pratique que  Jésus tira de toute cette prophétie et surtout de l’ignorance où tous furent laissés sur le jour où il vint . »Si le maître de la maison savait à quelle veille de la nuit le voleur vient, il aurait veillé et n’aurait pas laissé percer sa maison. » (Mt 24, 43)  : Cet exemple, pris dans la vie ordinaire, doit rendre plus sensible l’exhortation parce que le maître de maison ne savait pas à quelle heure le voleur viendrai : il y entra avec effraction. Être préparé par la foi, par l’amour, à recevoir Jésus.

Jésus demanda qui fut le serviteur fidèle et prudent ? Il chercha un tel serviteur, puis il s’écria avec effusion : « Heureux est-il ! Il est heureux à cause de sa fidélité même et parce que son maître peut l’élever à un poste plus éminent »". Sa méchanceté consista dans l’hypocrisie avec laquelle il dit : « Mon maître » , en le reconnaissant pour tel  ; ensuite dans l’aveuglement avec lequel il se persuada que son maître tarderait à venir et tardera longtemps encore ; enfin dans la mauvaise conduite à laquelle il se livra, soit envers ses compagnons de service, soit même avec les ivrognes.

Diacre Michel Houyoux

Liens avec d’autres sites web chrétiens

◊ Père Gilbert Adam : cliquez ici pour lire l’article → Jeudi de la 21e semaine, année impaire

◊ Dom Armand Veilleux de l’Abbaye de Maredsous (Belgique)  Homélie pour le jeudi de la 21ème semaine du Temps Ordinaire

  Veillez donc, puisque vous ne savez ni le jour, ni l’heure

 Image de prévisualisation YouTube

Publié dans Catéchèse, Religion, Temps ordinaire | Pas de Commentaire »

Tweeëntwintigste zondag van de gewone tijd in jaar B

Posté par diaconos le 26 août 2021

 Je laat Gods gebod links liggen en klampt je vast aan menselijke traditie

 

Beato Angelico, Discorso della montagna

# Een ablutie is een rituele reiniging van bepaalde delen van het lichaam vóór bepaalde religieuze handelingen. Water is een symbool van zuivering dat in vele grote godsdiensten voorkomt. In het jodendom is het mikwe een ritueel bad dat wordt gebruikt voor de wassing die nodig is voor zuiverheidsrituelen. In het christendom wordt water gebruikt voor de doop, een geloofsdaad ten overstaan van een vergadering om Jezus Christus te erkennen als redder en Heer van iemands leven (gedeeltelijke of volledige onderdompeling), die door de priester of voorganger tijdens de mis of de eredienst wordt verricht. De gedoopte wordt een « kind van God ». In de Islam wordt water gebruikt om de moslim te reinigen tijdens de wassingen die voorafgaan aan de gebeden, of salat, zoals bepaald in de Koran en de Sunna. In het Hindoeïsme heeft water zuiverende krachten.

In het shintoïsme is misogi de zuivering door middel van een waterval of beek. De wassingen en de notie van rituele reinheid behoren tot de erfenis van het jodendom en de islam, terwijl het christendom er praktisch van is afgestapt. In het jodendom gaat het om een rituele reiniging die gaat van onderdompeling van het hele lichaam tot een eenvoudige besprenkeling van de handen met water. De Tora schreef volledige onderdompeling in een natuurlijke bron, rivier of ritueel bad voor om personen of voorwerpen te reinigen die onrein waren geworden door contact met verschillende bronnen van onreinheid, zoals bloed of lijken. Baden in het mikwe is vereist voor een niddah-vrouw, zodat haar man geslachtsgemeenschap met haar kan hebben. Het baden in het mikwe is ook vereist voor de nieuwe bekeerling.

Het christendom behoudt alleen de symbolische betekenis van de wassingen in de rite van het doopsel en de viering van de Eucharistie. Afhankelijk van de betrokken kerk bestaat deze rite uit een eenvoudige besprenkeling van het voorhoofd met water of een volledige onderdompeling in een bekken. Het is een erfenis van het doopritueel van Johannes de Doper, dat reeds bestond in sommige joodse sekten van zijn tijd. Tijdens de eucharistieviering, vóór de consecratie van de twee soorten waarbij het brood en de wijn het lichaam en bloed van Christus worden, wast de katholieke priester zijn handen, een zuiveringsritueel. Wanneer de dienaar zachtjes water over de handen van de priester giet, reciteert de priester een vers uit Psalm 51: « Heer, reinig mij van mijn zonden en was mijn zonden weg » en droogt het water af met een liturgische doek (manuterge). Het water dat gebruikt wordt voor de wassingen van de celebrant wordt vervolgens in een vat (poel) voor het water van de wassingen of in de aarde gegoten. Want dit water kan nergens worden uitgegoten. Evenzo mengt de priester bij het offertorium een beetje water met de wijn in de kelk. Deze rite werd in de katholieke kerk verplicht gesteld door het Concilie van Trente op 13 december 15
Uit het Evangelie volgens Marcus

01 De farizeeën en enkele schriftgeleerden die uit Jeruzalem waren gekomen, ontmoetten Jezus, 02 en zij zagen dat enkele van zijn leerlingen met onreine, dat wil zeggen: ongewassen handen aten. 03 Want de farizeeërs wassen, zoals alle joden, altijd grondig hun handen voordat zij eten, omdat zij gehecht zijn aan de traditie van de oudsten; 04 en als zij van de markt terugkomen, eten zij niet voordat zij zich met water hebben besprenkeld, en zij zijn door de traditie gehecht aan vele andere gebruiken: het wassen van bekers, karaffen en borden.

05 Toen vroegen de farizeeën en schriftgeleerden aan Jezus: « Waarom volgen uw leerlingen niet de traditie van de oudsten? Zij eten hun maaltijden met onreine handen. 06 Jezus antwoordde hun: « Jesaja heeft van u, huichelaars, een goede profetie gemaakt, zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. 07 Tevergeefs eren zij Mij; de leerstellingen die zij onderwijzen zijn slechts menselijke voorschriften.

08 Ook jullie laten het gebod van God links liggen en houden vast aan de traditie van de mensen. 14 Toen hij de menigte weer bijeenriep, zei hij tegen hen: « Luistert naar mij, jullie allemaal, en begrijpt het. 15 Niets wat uit een mensch komt en in hem gaat, kan hem onrein maken. Maar wat uit een mens komt, is wat een mens onrein maakt. 21 Want van binnenuit, uit het hart van de mens, komen kwade gedachten voort: onfatsoenlijkheid, diefstal, moord,

22 echtbreuk, hebzucht, goddeloosheid, bedrog, losbandigheid, nijd, laster, hoogmoed en buitensporigheid. 23 Al dit kwaad komt van binnenuit en maakt een mens onrein. (Mk 7,1-8.14-15.21-23)

De Farizeeërs van Jeruzalem vallen Jezus aan over de wassingen

Deze bijeenkomst van Jezus’ tegenstanders toonde het belang van hun aanpak. Misschien was het een officiële bijeenkomst. Waarom waren deze Farizeeën en schriftgeleerden daar uit Jeruzalem, als ze niet door het Sanhedrin waren gestuurd? Sommige van zijn discipelen aten brood met gewone handen. Gewoon wordt gezegd in tegenstelling tot dat wat apart was gezet, geheiligd, gewijd.  Er was een besmetting die verwijderd moest worden door rituele wassing.

Marcus verklaart hun scrupules aan zijn lezers, die vreemd waren aan de Joodse gebruiken, door deze zin toe te voegen: « Dat wil zeggen, niet gezuiverd. Marcus onderbreekt zijn verhaal om al deze joodse gebruiken uit te leggen aan zijn lezers, die, bekeerd uit het heidendom, er niet van op de hoogte waren. Hij schrijft deze gebruiken toe aan de Farizeeën, die ze strenger in acht nemen, maar aan alle Joden. Handen wassen met de vuist betekent waarschijnlijk wassen door de ene open hand te wrijven met de andere gesloten, om zo alle onzuiverheden uit de handpalmen te verwijderen.

De traditie van de ouden stond tegenover de voorschriften van de goddelijke wet. Dit waren de gebruiken die gebaseerd waren op het gezag van de oude Joodse leraren, en die vaak boven de wet zelf werden geplaatst. Het openbare plein was de plaats waar de mensen bijeenkwamen en waar markten werden gehouden.  Bij hun terugkeer van daar, gebruikten de Joden hun maaltijden niet zonder zich te reinigen.  Sommige uitleggers passen deze zuivering toe op het volk, op het voedsel dat van het marktplein werd meegebracht.

Setier is, in het Grieks, Latijn en Frans, de naam van een maat vloeistof. Dit woord duidt hier wijnvaten aan, gemaakt van hout of aarde. Bedden waren het soort banken waarop de ouden hun maaltijden gebruikten, steunend op hun linker elleboog. Volgens Matteüs beantwoordde Jezus de vraag van de Farizeeën met een andere vraag, die hen in verwarring zou hebben gebracht; daarna zei hij : « Want Mozes heeft gezegd: ‘Eert uw vader en uw moeder’; en: ‘Wie zijn vader of moeder vervloekt, laat hij dat doen; wie zijn vader of moeder vervloekt, laat hij ter dood gebracht worden. »

Tijdens de discussie bleef de menigte op een afstand. Daar zij de beschuldiging tegen Jezus en zijn discipelen gehoord hadden, moeten zij ook Jezus’ antwoord gehoord hebben; hij riep hen weer tot zich en keerde terug tot de vraag die hem gesteld was. Hij riep hen weer tot zich en keerde terug tot de vraag die hem gesteld was: « Diefstal, gierigheid, boosaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid ». (Mk 7, 22)

Marcus geeft deze opsomming van de zonden van de mens in meer detail weer: dat de boze gedachten het voortbrengend element0 zijn waarvan alle andere zonden slechts de verwezenlijking zijn; dat de eerste twee termen (overspel, hoererij) zonden aanduiden die hun oorsprong vinden in de zinnelijkheid; dat moord, diefstal, hebzucht voortkomen uit verdorven eerzucht, tenzij men de eerste van deze zonden wil toeschrijven aan haat; dat de ondeugden boze hartstochten zijn, onafhankelijk van de daden waarin zij tot uiting komen.

Kwaadaardigheid is het gevolg van de boosaardigheid die er behagen in schept kwaad te doen; bedrog drukt hier niet zozeer daden van onrechtvaardigheid uit als wel dubbelhartigheid, valsheid in karakter, alles wat in strijd is met de gerechtigheid. Ontaarding duidt de onbeschaamdheid aan waarmee de verdorvene zich overgeeft aan zijn verdorvenheid; het afgunstige oog is de kwaadaardige afgunst die men jegens een persoon koestert en waaraan het volksgeloof in meer dan één land een kwade invloed toeschrijft.

Laster zou een goddeloos woord tegen God kunnen zijn, maar aangezien alles in deze lijst beperkt is tot de relaties tussen mensen, is het een kwetsend woord gericht tegen de naaste.  Bovendien kan worden opgemerkt dat elke tot het uiterste gedreven hartstocht tot waanzin leidt.

Er zijn weinig passages in de Schrift die ons vollediger de natuurlijke corruptie van het menselijk hart openbaren dan deze toespraak van Jezus Christus. Hieruit mag men echter niet concluderen dat al het zedelijk kwaad in de wereld voortkomt uit de mens. Er is een koninkrijk der duisternis dat zijn invloed op hem uitoefent, evenals een kracht van goddelijke genade die hem kan regenereren; en dan komen uit ditzelfde hart waaruit kwade gedachten en zonden voortkomen, ook goede gevoelens en goede daden voort.

Diaken Michel Houyoux

Links naar andere christelijke websites

◊   Zingt Jubilate : klik hier om het artikel te lesen → 22e zondag door het jaar 

◊   Wijkgemeenschap Valk & Watermolen – Belsele  : klik hier om het artikel te lesen →Mc. 7, 1-8  14-15  21-23 (2)

Preek van  | Wilhelm Cnossen :  » De farizeeër en de tollenaar »

Image de prévisualisation YouTube

Publié dans La messe du dimanche, Page jeunesse, Religion, tempo pasquale | Pas de Commentaire »

 

Passion Templiers |
CITATIONS de Benoît XVI |
La pastorale Vauban |
Unblog.fr | Annuaire | Signaler un abus | chrifsossi
| La Mosquée de Méru
| Une Paroisse virtuelle en F...