Dinsdag van de vijfentwintigste week van de Gewone Tijd – Jaar B

Volg mij. De man stond op en volgde hem

# De instelling van de twaalf apostelen is een episode uit het leven van Jezus die in alle drie de synoptische evangeliën voorkomt: Mattheüs 10:1-4, Marcus 3:13-19, Lucas 6:12-16, maar niet in het Evangelie van Johannes. Het verhaalt de eerste selectie van de twaalf apostelen door Jezus voor een kwart uit de discipelen van Johannes de Doper. De twaalf apostelen waren de twaalf discipelen die door Jezus van Nazareth waren uitgekozen. Volgens de christelijke traditie heeft Jezus ook zeventig discipelen uitgekozen, die later bisschoppen van een stad werden.

Al deze discipelen verkondigden het goede nieuws, een term waaruit het woord « evangelie » is voortgekomen, nadat de teksten in de jaren 65-100 waren geschreven. Paulus van Tarsus werd door de christelijke traditie beschouwd als de dertiende apostel: hij wordt de « apostel voor de heidenen » genoemd. Katholieken en orthodoxen beschouwen bisschoppen als opvolgers van de apostelen en hechten bijzonder veel belang aan het feit dat bisschoppen in apostolische successie zijn, d.w.z. dat de traditie waartoe zij behoren in de opeenvolging van personen en leerstellingen teruggaat op de apostelen.

De theologie van de rond de Twaalf gevormde christelijke groep is zeer vaag bekend door het boek van de Handelingen der Apostelen, de toespraken die aan Petrus worden toegeschreven met Pinksteren of voor het Sanhedrin. Christologie is niet erg ontwikkeld. Er is geen merkbare breuk met het officiële jodendom en er is niets te vinden van de polemiek die aan Jezus wordt toegeschreven tegen de Farizeeën, de sabbat en de tempelfeesten.

Deze groep heeft zeker een charismatische dimensie en beweert te worden geleid door de Heilige Geest, wiens manifestatie, die als ultiem wordt ervaren, het teken is dat zou getuigen van Jezus’ verrijzenis en overwinning op de dood. De overtuiging van Jezus’ verrijzenis en de eerste manifestaties van de Geest verschenen in Galilea. Daarom beoefenden de Twaalf en hun volgelingen een soort primitief communisme, waarbij ieder zijn bezittingen verkocht, als hij die al had, om de gemeenschap in leven te houden in de korte tijd die haar nog restte op aarde vóór de Grote Dag des Oordeels.

Het is zelfs niet zeker dat in dit stadium de eerste christenen de uiteindelijke Messias of Gezant van God duidelijk identificeerden met Jezus, zelfs als hij was opgestaan. Misschien verwachtten zij de Opgestane als de hersteller van het Koninkrijk Israël (volgens Handelingen 1). Maar deze uitstorting van de Geest had vooral « bewezen » dat Jezus een onschuldig man was en dat degenen die hem hadden verworpen en aan de Romeinen hadden uitgeleverd (de leiders van het volk) fout zaten. God bewees Jezus en zijn discipelen gelijk tegen het Sanhedrin! De Twaalf waren getuigen voor God en Jezus tegen de Joodse leiders. En indien de onschuld en het goddelijk karakter van de zending van de Messias a posteriori werden erkend (hetgeen de christelijke prediking trachtte te overtuigen), dan zou God de komst van de Messias verhaasten.

Over het Evangelie van Matteüs

09 Jezus ging vandaar verder en zag een man, Mattheüs genaamd, aan zijn tollenaarsbureau zitten. Hij zei tegen hem: « Volg mij. De man stond op en volgde hem. 10 Terwijl Jezus thuis zat te eten, zie, kwamen vele tollenaars en vele zondaars en gingen bij hem en zijn discipelen zitten.

11 Toen de Farizeeërs dit zagen, zeiden zij tot zijn discipelen: « Waarom eet uw leermeester met tollenaars en zondaars? » 12 Jezus hoorde dit en zei: « Niet de gezonden hebben de dokter nodig, maar de zieken. 13 Ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid, geen opoffering. Want ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.  (Mt 9, 9-13)

Matthew’s roeping

 Toen Jezus het tolhuisje passeerde, riep hij Mattheus om hem te volgen, wat hij onmiddellijk deed. De Farizeeërs beschuldigden Jezus van omgang met zondaars. Toen de Farizeeën dit zagen, vroegen zij de discipelen hoe het kwam dat hun Meester met zulke mensen at.

Jezus antwoordde : « Het zijn de zieken die een geneesheer nodig hebben. »   Zij kunnen het weten, want de Schrift zegt : God heeft lust aan barmhartigheid, niet aan offers ; de Heiland komt om zondaars te roepen, niet de rechtvaardigen. In die tijd vroegen enkele van de discipelen van Johannes de Doper aan Jezus waarom degenen die hem volgden zich niet aan de wet van het vasten hielden.

Hij antwoordde hun dat zijn discipelen niet konden rouwen of bedroefd zijn zolang de bruidegom bij hen was, maar dat de dagen zouden komen waarop zij zouden vasten. Daarna trachtte hij hun door twee treffende vergelijkingen duidelijk te maken, dat het nieuwe leven, dat Hij in de wereld bracht, onverenigbaar was met de oude wettige instellingen, en zelfs dat het de gehele vernieuwing van de innerlijke mens vereiste.

Marcus en Lucas hebben ook deze roeping van een discipel beschreven met dezelfde details over plaats, tijd en omstandigheden; het is klaarblijkelijk een identiek feit in alle drie de verslagen.  Terwijl Mattheüs deze discipel Mattheüs noemde, noemden de andere twee hem Levi.

De naam van Mattheus komt in alle catalogi van de apostelen voor, terwijl die van Levi er nooit in voorkomt, om ervan overtuigd te zijn dat de discipel die in deze omstandigheid tot het apostolaat werd geroepen, vanaf dat moment zijn naam van Levi veranderde in die van Mattheus, wat gave van God betekent. Zo kreeg Simon de naam van Petrus en Saul die van Paulus.

De plaats waar belastingen werden geïnd op goederen in doorvoer. Aangezien deze belastingen werden geheven in opdracht van de Romeinen, werden de Joden die tollenaars waren over het algemeen gehaat en veracht, en het was uit deze tollenaars dat Jezus een van zijn apostelen koos !

Wilde hij alleen maar laten zien dat hij boven de Joodse vooroordelen stond? Of wilde hij onder zijn discipelen ook een man hebben die gewend was de pen te hanteren? Dit is allemaal mogelijk, maar er is iets zo plotseling, zo spontaan en zo vreemds aan deze oproep, dat wij er niet aan kunnen twijfelen dat Jezus deze heeft gericht door een directe impuls van boven. Dit goddelijke karakter van de roeping blijkt ook uit het besluit en de snelheid waarmee zij wordt aanvaard. Tussen Jezus en deze man, moet er een soort goddelijke sympathie zijn geweest. (Frédéric Godet)

Alles in het evangelieverhaal is een openbaring van Gods barmhartigheid. Matteüs kende Jezus al, die in dezelfde stad Kafarnaüm woonde als waar hij zijn woord had gehoord en ontvangen, en dat deze oproep om hem te volgen een beslissende roeping tot het apostolaat was. Maar de autoriteit van Jezus’ oproep en Mattheus’ snelle gehoorzaamheid waren niet minder bewonderenswaardig.

Mattheüs zegt niet in welk huis, maar Lucas schrijft dat het het huis van Mattheüs Levi was, waarin hij een groot banket hield. Hij wilde, in de ijver van zijn eerste liefde, aan al die zondaars en zondaressen die hij uitnodigde, een gelegenheid bieden om Jezus te zien en te horen. Sommige uitleggers beweren dat, zowel volgens Mattheüs als volgens Marcus, deze maaltijd plaatsvond in het huis van Jezus. Maar waarom zou deze menigte zondaars plotseling het huis van Jezus binnenvallen ?

Mattheüs, zelf een zondaar, had ook verscheidene van zijn vrienden uitgenodigd met dezelfde verachte roeping, en andere mensen wier reputatie niet beter was en die in de evangeliën mensen van slecht karakter worden genoemd. Dit woord wordt dikwijls gevonden in combinatie met het woord zondaars, omdat de laatsten over het algemeen van hetzelfde zedelijke karakter waren.

De Farizeeën meenden in hun eigen rechtschapenheid rechtvaardig te zijn; daarom hadden zij geen behoefte aan een geneesheer, aan Jezus die mensen genas van hun zedelijke ziekten. Maar zij die ziek waren, de zieken, de zondaars die zich zo voelden en die hem omringden, hadden hem nodig en zij luisterden blij als hij sprak over vergeving en verzoening met God.

Jezus deed een zekere concessie aan de Farizeeën, door een uiterlijk moreel verschil toe te geven tussen hen en de zondaars, maar het was een ironische concessie, zoals Calvijn zegt, omdat diep van binnen hun trots en hardheid van hart tegenover deze arme zondaars die Jezus ontving, hen, ondanks hun verlichting, schuldiger maakten dan zij voor God waren. « Gaat nu heen en leert wat dit gezegde betekent: Ik verlang barmhartigheid, geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. (Mt 9, 13)

Volgens de meeste uitleggers paste Jezus het toe op de Farizeeërs die, zonder genade voor zondaars en zondaressen, al hun vertrouwen voor redding stelden in de offers die zij brachten en in de ceremoniële uiterlijkheden van de godsdienst; precies het tegenovergestelde van wat God wil. Volgens anderen paste Jezus deze uitspraak op zichzelf toe en rechtvaardigde zo zijn barmhartigheid jegens zondaars door een goddelijk woord.

De rechtvaardigen en de zondaars waren de gezonden en de zieken en deze nieuwe vergelijking van de Farizeeën met de zondaars bevatte dezelfde ironie. Jezus sloot zijn eigen rechtvaardigen weliswaar niet uit van zijn koninkrijk, maar kon hen er niet in roepen, zolang zij volhardden in hun hoogmoed, en het is zeker dat het pijnlijke gevoel van zonde de deur is naar dat hemelse koninkrijk waartoe Jezus opriep.

Diaken Michel Houyoux

 Links naar andere christelijke websites

◊ Kerk en Geloof : klik hier om het artikel te lesen →  Dinsdag in de vijfentwintigste week door het jaar  B

◊ VAN: PIETER C. : klik hier om het artikel te lesen →     De Roeping van Mattheüs – Werkstukken kunstgeschiedenis

♥  De roeping van Petrus

Lundi de la vingt-cinquième Semaine du Temps Ordinaire de l’année B

On met la lampe sur le lampadaire pour que ceux qui entrent voient la lumière

 

# La Lampe est une parabole donnée par Jésus-Christ. Elle est citée dans trois Évangiles. Elle est l’image des humains qui doivent être les lumières du monde en suivant les vertus. Pour Jean Chrysostome, la lumière chasse les ténèbres du mal. Elle éclaire le chemin, elle chasse les erreurs. Être la lumière, éclairer la maison, c’est œuvrer en suivant la fraternité afin de montrer la voie à suivre.

Pour le Frère Élie, la lumière rejoint la flamme de l’Esprit Saint reçue lors du baptême. Elle doit nous guider à faire œuvre de charité tout au long de notre vie, et à parler de la Bonne Nouvelle venue illuminer le monde . Benoît XVI cite le psaume 119, verset 105 : « Ta parole est une lampe à mes pieds, Et une lumière sur mon sentier » (Ps 119), et le livre du prophète Isaïe, chapitre 58, verset 10 : «Si tu donnes ta propre subsistance à celui qui a faim, Si tu rassasies l’âme indigente, Ta lumière se lèvera sur l’obscurité, Et tes ténèbres seront comme le midi » (Is 58). Cette parabole biblique est à l’origine de l’expression française « mettre sous le boisseau », passée dans le langage courant malgré l’emploi du mot « boisseau » qui désigne une mesure aujourd’hui obsolète.

De l’évangile selon Luc

16 Personne, après avoir allumé une lampe, ne la couvre d’un vase ou ne la met sous le lit ; on la met sur le lampadaire pour que ceux qui entrent voient la lumière. 17 Car rien n’est caché qui ne doive paraître au grand jour ; rien n’est secret qui ne doive être connu et venir au grand jour. 18 Faites attention à la manière dont vous écoutez. Car à celui qui a, on donnera ; et à celui qui n’a pas, même ce qu’il croit avoir sera enlevé. » » (Lc 8, 16-18)

Prenez donc garde de quelle manière vous écoutez

« Prenez donc garde de quelle manière vous écoutez ; car quiconque a, il lui sera donné ; et quiconque n’a pas, même ce qu’il croit avoir lui sera ôté. ». Marc, aussi bien que Luc, placèrent ces avertissements à la suite de la parabole du semeur et les mots : « Prenez garde comment vous écoutez« ,  ne laissent aucun doute sur le rapport qu’il y a entre ces deux instructions. (Lc 8, 18) La lumière que Jésus apporta à ses disciples par ses enseignements ne dut pas être mise sous un vase, ni sous un lit (divan sur lequel on se couchait à demi pour prendre le repas), mais doit resplendir dans le monde.

Jésus employa fréquemment cette image dans des applications diverses.  Ici, comme dans Marc, cette sentence, qui énonce une loi du règne de Dieu, signifie que celui qui écoute attentivement a déjà un don précieux et que, par la vérité qu’il reçoit, il lui est donné beaucoup plus encore ; et plus il sera fidèle dans l’emploi de ce qui lui est confié, plus il lui sera donné. Celui, au contraire qui n’a pas même le besoin de la vérité et de la vie, ce qu’il peut avoir d’ailleurs lui sera ôté. »

Dans cet état, il se fait bien des illusions ; c’est ce que Luc donne à entendre par ce mot : « … ce qu’il croit avoir »

Diacre Michel Houyoux

Liens avec d’autres sites web chrétiens

◊ KT42 : cliquez ici pour lire l’article  → Caté : La parabole de la lampe

◊ Père Gilbert Adam  : cliquez ici pour lire l’article  → Lundi de la 25^e semaine, année impaire

♥  Le collier des paraboles du Royaume – 12 – La lampe et la mesure (Jean-François FROGER)

. :

Vingt-sixième dimanche du Temps Ordinaire -Année B

Celui qui n’est pas contre nous est pour nous

# Ou vous êtes avec nous, ou vous êtes contre nous » est la version minimaliste d’une phrase visant à polariser une situation et exiger une réponse manichéenne des interlocuteurs, devenant ainsi des alliés ou des ennemis. L’affirmation peut parfois être interprétée comme un faux dilemme, qui est un sophisme reconnu. Cependant, elle peut également être comprise comme une affirmation identifiant les croyances de l’émetteur, ce qui indiquerait que ce dernier émet une perception et non une conclusion logique.

Il est également parfois interprété comme un acte de langage. Certains le voient comme une méthode de persuasion afin d’inciter les autres à choisir un camp dans un conflit qui ne se permet pas le  luxe de la neutralité. Dans le Nouveau Testament de la Bible, Jésus dit, « Qui n’est pas avec moi est contre moi, et qui ne rassemble pas avec moi disperse » (Matthieu 12:30), mais également « Qui n’est pas contre vous est pour vous » (Luc 9, 50 ; Marc 9, 40). La phrase a été dite en substance par maints dirigeants du vingtième siècle tels Benito Mussolini, Hillary Clinton3 et George W. Bush.

De l’évangile selon Marc

38 Jean, l’un des Douze, disait à Jésus : « Maître, nous avons vu quelqu’un expulser les démons en ton nom ; nous l’en avons empêché, car il n’est pas de ceux qui nous suivent. » 39 Jésus répondit : « Ne l’en empêchez pas, car celui qui fait un miracle en mon nom ne peut pas, aussitôt après, mal parler de moi ; 40 celui qui n’est pas contre nous est pour nous.

41 Et celui qui vous donnera un verre d’eau au nom de votre appartenance au Christ, amen, je vous le dis, il ne restera pas sans récompense. 42 « Celui qui est un scandale, une occasion de chute, pour un seul de ces petits qui croient en moi, mieux vaudrait pour lui qu’on lui attache au cou une de ces meules que tournent les ânes, et qu’on le jette à la mer.

43 Et si ta main est pour toi une occasion de chute, coupe-la. Mieux vaut pour toi entrer manchot dans la vie éternelle que de t’en aller dans la géhenne avec tes deux mains, là où le feu ne s’éteint pas. » (Mc 9, 38-43.45.47-48)

Qui n’est pas contre nous est pour nous

Jean dit à Jésus  : « Maître, nous avons vu quelqu’un qui chassait des démons en ton nom et qui ne nous suit pas ; et nous l’en avons empêché, parce qu’il ne nous suivait pas ».  Matthieu et Luc établirent une relation étroite entre l’instruction précédente et la confession de Jean. Jésus en parlant de recevoir en son nom l’un de ces petits, fit naître chez Jean un scrupule concernant un homme qui chassait les démons au nom de Jésus.

Mais cet homme, ajouta Jean, ne nous suivait pas, il fit son œuvre à part et nous l’en avons empêché uniquement par le motif qu’il ne nous suivait pas. Ce mot répété montre que c’était là la grande objection de Jean contre l’activité de cet homme. Cette erreur fut commise par les chrétiens, plus fréquemment qu’aucune autre et le plus souvent dans des circonstances où elle fut beaucoup moins excusable.

Mais Jésus dit : « Ne l’en empêchez pas ; car il n’y a personne qui fasse un miracle en mon nom et qui puisse aussitôt après parler mal de moi. » (Mc 9, 39)  Jésus admit que cet homme fit un miracle en son nom, en mettant sa confiance en lui et en Dieu, d’où il conclut que ce premier degré de foi et de zèle pour le bien le conduira plus loin, l’amènera jusqu’à lui et que, par conséquent, il fallait se garder de l’empêcher.

Jésus dit : « C’est la  charité qui espère tout  ». Respectons le moindre germe de foi et de vie religieuse, même en des personnes qui n’ont pas adopté les habitudes religieuses des chrétiens et ne se sont pas joints à l’Église. L’influence de Jésus s’exerçait bien au delà du cercle de ses disciples et de ses adhérents immédiats.

« Qui n’est pas contre nous est pour nous. » Cet homme ne fut pas contre Jésus et ses disciples, puisqu’il chassa des démons au nom de Jésus ; il inclina vers Jésus et   commença à se rapprocher de lui ; il se rattacha tout à fait à lui, puisqu’on ne put demeurer neutre en présence de Jésus. Que les disciples se gardèrent d’arrêter ce bon mouvement par leur intervention précipitée et intolérante !

Dans une circonstance différente, Jésus prononça une parole qui semble le contraire de celle-ci, mais qui exprime l’autre face de la même vérité : « Celui qui n’est pas avec moi est contre moi »  (Mt 12.30). Jésus émet cette affirmation à l’occasion des exorcistes juifs, qui en apparence, travaillaient à la même œuvre que lui : combattre Satan. Mais comme ils le faisaient dans un esprit tout différent du sien, cette divergence intime devait les amener à une hostilité déclarée.

Autant il est vrai qu’un homme sympathique à notre cause, lors même qu’extérieurement il est parmi nos adversaires, doit être traité par nous en futur collaborateur, autant il est vrai qu’un homme appartenant extérieurement au même camp que nous, mais travaillant dans un esprit opposé au nôtre, doit être considéré comme un réel adversaire. (Godet)

Jésus dit : « Quiconque vous donnera à boire un verre d’eau en mon nom, parce que vous êtes à Christ, je vous dis en vérité qu’il ne perdra pas sa récompense. » (Mc 9, 41) « Et quiconque scandalisera un de ces petits qui croient en moi, il vaut mieux pour lui qu’il ait au cou une meule de moulin et qu’il soit jeté dans la mer. » Jésus revint  à la pensée qu’il exprima au moment où il fut interrompu par Jean.  Il faut recevoir avec tant amour les petits, les faibles, quel n’est pas le péché de celui qui les scandalise !

« Et si ta main est pour toi une occasion de chute, coupe-la ; il vaut mieux pour toi entrer manchot dans la vie, que d’avoir deux mains et d’aller dans la géhenne, dans le feu qui ne s’éteint pas » (Mc 9, 43)  Marc ajouta : « …dans le feu qui ne s’éteint pas, image redoutable d’une souffrance morale sans espoir. »  Où leur ver ne meurt pas et où le feu ne s’éteint pas : ces images terribles d’un ver qui ne meurt pas, d’un feu qui ne s’éteint pas furent empruntées à Ésaïe 66.24.

Diacre Michel Houyoux

Complément

◊ Diacre Michel Houyoux :  Il a été dit aux Anciens. Eh bien ! moi, je vous dis….

Liens avec d’autres sites web chrétiens

◊ Paroisses Martin de Bezons (France)  : cliquez ici pour lire l’article →    Vingt-sixième dimanche du Temps Ordinaire / Année B

◊ Rogationnistes du cœur de  Jésus  (Cameroun) : cliquez ici pour lire l’article →   VINGT-SIXIÈME DIMANCHE ORDINAIRE B

♥  Prédication du pasteur Marc Pernot : « L’essentiel de l’essentiel est de pas être source de chute. »

Samstag der vierundzwanzigsten Woche der gewöhnlichen Zeit – Ungerades Jahr des Festes

Was auf den guten Boden gefallen ist, sind Menschen, die am Wort festhalten und durch ihre Beharrlichkeit Frucht bringen

# Das Gleichnis vom Sämann (manchmal auch als bezeichnet Gleichnis von den Böden) ist ein Gleichnis von Jesus gefunden in Matthäus 13: 1–23, Markus 4: 1–20, Lukas 8: 4-15 und das Evangelium von Thomas, logion 9. Jesus erzählt von einem Bauern, der wahllos Samen sät. Einige Samen fallen auf den Weg (Wegeseite) ohne Erde, einige auf felsigen Boden mit wenig Erde, einige auf Dornen enthaltenden Boden und einige auf guten Boden. Im ersten Fall wird der Samen weggenommen ; im zweiten und dritten Boden bringt der Samen keine Ernte hervor ; aber wenn es auf guten Boden fällt, wächst es und liefert das Dreißig-, Sechzig- oder Hundertfache. Interpretationen Jesus sagt, dass er in Gleichnissen lehrt, weil viele gegen seine direkten Lehren sind.

x

Er zitiert Jesaja 6, :9–10, der Israel predigte und wusste, dass seine Botschaft unbeachtet bleiben und nicht verstanden werden würde, mit dem Ergebnis, dass die Sünden der Israeliten nicht vergeben würden und sie von Gott für sie bestraft würden.Dieses Gleichnis scheint wesentlich für das Verständnis aller anderen Gleichnisse Jesu zu sein, da es klar macht, dass das, was zum Verständnis Jesu notwendig ist, der Glaube an ihn ist und dass Jesus diejenigen nicht erleuchten wird, die sich weigern, an ihn zu glauben Das in Markus aufgezeichnete Gleichnis folgt unmittelbar nach einer Beschreibung einer sich entwickelnden Feindseligkeit gegenüber Jesus und seinem Dienst im vorigen Kapitel.

x

Die Pharisäer beschuldigten ihn, sich nicht an die strikte Einhaltung des Sabbats zu halten, indem sie verschiedene Heilungen durchführten. Einige Denkschulen hielten solche Handlungen nur dann für zulässig, wenn die behandelte Person in Todesgefahr war.[3] Einige der Jerusalemer Schriftgelehrten behaupteten, Jesus habe seine Macht durch dämonische Quellen gewonnen. Darauf folgt in Mark das Gleichnis vom wachsenden Samen und das von Senfkorn. Zusammen weisen sie darauf hin, dass es nicht um die Reaktion des Einzelnen auf seine Botschaft oder gar um das offensichtliche Versagen geht, Wurzeln zu schlagen, sondern « trotz des Widerstandes der Feinde des Königreichs und trotz des moralischen und intellektuellen Versagens von Das Königreich, die mutmaßlichen Freunde des Königreichs, wird am Ende einen immensen Erfolg haben. « [4][5] Markus verwendet es, um die Wirkung hervorzuheben, die die früheren Lehren Christi auf die Menschen hatten, sowie die Wirkung, die die christliche Botschaft in den drei Jahrzehnten zwischen dem Wirken Christi und dem Schreiben des Evangeliums auf die Welt hatte.[1] Gemäß Genesis 26: 12–13, Isaac säte Samen und « erntete hundertfach; und der Herr segnete ihn. Der Mann begann zu gedeihen und gedieh weiter, bis er sehr wohlhabend wurde ». Jjedoch protestantischer Theologe Heinrich Meyer argumentierte, dass « solche Detailpunkte … nicht gedrückt werden sollten, da sie lediglich dazu dienen, das Bild zu beleben und auszufüllen ».

 x

Aus dem Evangelium nach Lukas

 04 Als nun eine große Volksmenge zusammenkam und Menschen aus allen Städten zu Jesus kamen, sagte er in einem Gleichnis : 05 « Der Sämann ging hinaus, um zu säen, und als er säte, fiel etwas an den Wegrand, und die Vorübergehenden zertraten es, und die Vögel des Himmels fraßen es auf. Die Vorübergehenden zertraten es, und die Vögel des Himmels fraßen es ganz auf. 06 Es fiel auf die Steine, und es wuchs und verdorrte, weil es keine Feuchtigkeit hatte. 07 Es fiel in die Brombeeren, und die Brombeeren wuchsen mit ihm und erstickten es. 08 Schließlich fiel es in den guten Boden und wuchs und brachte hundertfache Frucht. » Als er dies sagte, erhob er seine Stimme : « Wer Ohren hat zu hören, der höre ! »

09 Seine Jünger fragten ihn, was diesesichnis bedeute. 10 Er sagte zu ihnen: « Euch ist es gegeben, die Geheimnisse des Reiches Gottes zu erkennen; die anderen aber haben nur die Gleichnisse. So wie es geschrieben steht: « Sie sehen, aber sehen nicht, sie hören, aber verstehen nicht. 11 Das ist es, was das Gleichnis bedeutet. Der Same ist das Wort Gottes. 12 Es gibt Menschen am Wegesrand, die haben gehört; dann kommt der Teufel und nimmt das Wort aus ihren Herzen, damit sie nicht glauben und gerettet werden. 13 Es gibt welche, die in den Steinen sind: wenn sie hören, nehmen sie das Wort mit Freuden auf; aber sie haben keine Wurzeln, sie glauben nur einen Augenblick, und in der Zeit der Prüfung geben sie auf.

14 Diejenigen, die in die Dornen gefallen sind, sind diejenigen, die zwar gehört haben, aber auf dem Weg von Sorgen, Reichtum und Vergnügungen erstickt werden und nicht zur Reife kommen. 15 Was aber auf guten Boden gefallen ist, das sind die, die das Wort in einem guten und großmütigen Herzen gehört haben, die es bewahren und durch ihr Ausharren Frucht bringen. 16 Niemand, der ein Feuer angezündet hat, wird etwas dagegen tun können » (Lk 8,4-15)

Gleichnis vom Sämann

Eine große Menschenmenge folgte Jesus; aus jeder Stadt, in die er kam, strömten neue Menschen zu ihm. Matthäus und Markus beschreiben den Ort dieser großen Menschenansammlung und der Verkündigung Jesu genauer als Lukas. « Diese gesammelten Worte haben etwas Vertrautes und Feierliches zugleich, das die Aufmerksamkeit erregt. (Meyer) Die Samenkörner, die auf den Weg fielen, wurden von den Passanten zertreten. Der Felsen war mit einer leichten Erdschicht bedeckt. Dies ist es, was sowohl Matthäus als auch Markus als « felsige Orte » bezeichneten.

Mangel an Feuchtigkeit, ein Ausdruck, der dem Lukas eigen ist und den Matthäus und Markus durch den Ausdruck Mangel an Tiefe und durch diesen Ausdruck ersetzt haben: keine Wurzeln haben. Diese drei Ursachen der Sterilität, die sich gegenseitig ergänzen, liegen in der Natur des Bodens begründet. « Und ein anderes fiel in den guten Boden, und es wuchs und brachte hundertfache Frucht. Und als er dies sagte, rief er : Wer Ohren hat zu hören, der höre ! 

 Lukas bezeichnet mit diesem Wort das Hundertfache als den höchsten Grad der Produktivität, während Matthäus und Markus auch die niedrigeren Grade angeben : hundert, sechzig, dreißig. Nach Aussage der drei Evangelisten fügte Jesus diese ernste Warnung sofort in das Gleichnis ein; aber nur Lukas bemerkte, dass er dies mit lauter Stimme tat: Er schrie, er erhob seine Stimme. In den Berichten von Markus und Lukas sprach Jesus Worte, die die Frage der Jünger nicht beantworteten. Die Jünger baten ihn um eine Erklärung des Gleichnisses, die er ihnen später gab.

Lukas identifiziert das göttliche Wort mit den Wirkungen, die es hervorbringt, und diese mit den Menschen, in denen sich das Phänomen vollzieht. Daher diese ungewöhnlichen Ausdrücke: die, die auf den Weg gesät sind; die, die auf dem Felsen stehen; die, die keine Wurzeln haben ; die, die erstickt werden.  Wollte man uns mit dieser unregelmäßigen Ausdrucksweise nicht für das vielfältige Wirken des göttlichen Wortes verantwortlich machen ? Es ist jeder Mensch, der zustimmt, von ihr gerettet zu werden, oder der freiwillig in Unfruchtbarkeit und Tod verbleibt.

Matthäus schreibt, dass die Jünger ihm eine weitere Frage stellten: « Warum redest du in Gleichnissen zu ihnen? Auf diese erste Frage antwortete Jesus zuerst; dann kehrte er zur zweiten Frage zurück und erklärte ihnen den Sinn des Gleichnisses.
Matthäus und Markus gaben Sorgen und Reichtum als moralische Bedeutung der Dornen an; Lukas fügte Vergnügungen hinzu, die sicherlich eine der Hauptursachen für die Unwirksamkeit des göttlichen Wortes sind.  Zwei Merkmale sind dem Lukas eigen: erstens das ehrliche und gute Herz, mit dem diese letzten Hörer das Wort aufnahmen und bewahrten; zweitens die Geduld, mit der sie Frucht brachten. Es ist nicht nötig, die dogmatische Frage zu stellen, ob ein Mensch, bevor er das göttliche Wort gehört und empfangen hat, ein ehrliches und gutes Herz in sich tragen kann. Die Menschen haben in sehr unterschiedlichem Maße gute und schlechte Neigungen zur Wahrheit.

Außerdem ist der gute Boden, der Früchte trägt, bereits vor der Aussaat durch Pflügen, Düngen usw. vorbereitet worden. So gibt es ein ganzes präventives Werk der Gnade Gottes, das eine Seele über ihre Bedürfnisse und ihre Armut aufklärt, sie demütig und aufrichtig macht, sie durch Gerechtigkeit und Licht verändert und sie auf den Moment vorbereitet, in dem ihr das Evangelium verkündet wird.

Diakon Michel Houyoux

◊  Mk on Line : Klicken Sie hier, um den Artikel zu lesen → Auf guten Boden ist der Samen bei denen gefallen, die an dem Wort festhalten und durch ihre Ausdauer Frucht bringen

◊ Leben Impulse : Klicken Sie hier, um den Artikel zu lesen →  Das Gleichnis vom Sämann

♥  Bibelvideos « Das Gleichnis vom Sämann »